Algemene informatie voor ouders/verzorgers

Voor het SoundStart project werken wij met baby’s en hele jonge kinderen. Om te zorgen dat dit allemaal veilig gebeurt, worden al onze onderzoeken grondig gecontroleerd door een ethische commissie en de NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). Alle onderzoeken die bij ons lopen zijn non-invasief (pijnvrij) en kunnen tussendoor gestopt worden als deelnemers onrustig worden.

Omdat wij veel onderzoek doen naar taalontwikkeling, hebben wij voor ouders/verzorgers nog een aantal goede tips van ASHA (American Speech-Language-Hearing Association) om de communicatie en taalontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk te stimuleren.

Wat kunt u doen om te helpen?

• Let op het gehoor van uw kind. Kijk of ze op geluiden reageren of naar u kijken wanneer u praat. Let op tekenen zoals huilen terwijl ze aan hun oren trekken, wat kan duiden op oorproblemen of infecties. Als u zich zorgen maakt, ga dan naar de dokter.
• Reageer op uw kind. Kijk naar uw kinderen wanneer ze geluidjes maken. Praat met hen. Imiteer de geluiden die ze maken.
• Maak gekke gezichten met hen. Lach als zij dat doen.
• Leer uw baby om acties na te doen, zoals kiekeboe spelen, in de handen klappen, kusjes blazen en zwaaien. Dit leert hen om op hun beurt te wachten en gebaren te gebruiken.
• Praat over wat u de hele dag doet. Zeg dingen zoals “Mama wast je haar,” “Je eet erwtjes,” en “Oh, deze erwtjes zijn lekker!”
• Vertel waar u naartoe gaat, wat u daar gaat doen, en wie of wat u daar ziet. Zeg bijvoorbeeld: “We gaan naar oma. Oma heeft een hond. Je kunt de hond aaien.”
• Leer dierengeluiden, zoals “Een koe zegt ‘boe.’”
• Zing, vertel verhalen of lees elke dag aan uw kind voor.
• Praat met uw kind in de talen die voor u het meest comfortabel zijn. Vroege blootstelling helpt uw kind om taal het beste te leren.

Op de website van ASHA  kunt u nog veel meer informatie verkrijgen over communicatie “milestones” die zij hebben ontworpen om de ontwikkeling van het gehoord, de spraak en de taal van uw kind te kunnen volgen.